Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie is gericht op anders tegen moeilijkheden aankijken en er anders mee omgaan. Soms ligt de nadruk meer op het denken, soms meer op het gedrag. De therapie is geschikt voor volwassenen en voor kinderen vanaf ongeveer 8 jaar en kan worden ingezet bij veel verschillende klachten. Bijvoorbeeld bij (sociale) angsten, dwangmatig gedrag, paniekklachten, een negatief zelfbeeld, depressieve klachten of boze buien. Bij kinderen worden de ouders (gedeeltelijk) bij de therapie betrokken. 

Werkwijze
Na het in kaart brengen van de klachten, achtergrond en context ervan, maken we een plan van aanpak. Hierin besteden we aandacht aan anders leren denken. Welke negatieve gedachten bestaan er? In hoeverre klopt deze manier van denken? En hoe kunnen we de negatieve gedachten vervangen door positieve? Hierbij gebruiken we specifieke oefeningen. En soms werken we met thuisopdrachten.
Daarnaast besteden we aandacht aan het veranderen van gedrag. Stap voor stap oefenen we met nieuw gedrag, zoals enge dingen doen, of dwanghandelingen uitstellen of niet meer uitvoeren. Ook ontspanningsoefeningen kunnen deel uitmaken van de therapie.
Bij het veranderen van gedrag bij kinderen worden de ouders betrokken. Zij krijgen advies hoe zij hun kind hierin kunnen ondersteunen. Aan het oefenen met nieuw, ‘dapper’ gedrag, kunnen ouders bijvoorbeeld een beloningsschema koppelen. Door te oefenen met nieuw gedrag ontstaan er nieuwe gedachtepatronen en andere gevoelens.

Bewezen effectief
De effectiviteit van cognitieve gedragstherapie is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Behandelingen duren over het algemeen kort. De therapie is vooral gericht op moeilijkheden die nu spelen en veel minder op problemen uit het verleden.